Jij: Kom we gaan naar buiten!
Ik: Ik ga een boek lezen.
Jij: Maar je hebt toch al eens een boek gelezen?
Ik: Klopt.
Jij: Maar er ligt sneeuw!
Ik: Is allang weer weg. Ik ga lezen. Tot zo.
Timur heeft een chromosoom teveel. Timur gaat naar groep 8. Timur heeft er zin in. Timur heeft een beste vriend. Timur noemt hem Jasper (de rest trouwens ook). Timur wil óók vrienden worden met Jonas. Timur vind Jonas wel een beetje stom. Dit boek gaat over Timur.
Maar even over Jonas. Ik voel deze jongen. Het leven is niet alleen maar leuk en dat vind ik fijn om te lezen. Bij hem zie ik mezelf terug. Deze guy laat me zelfs biiiiiiijna uit m’n ogen lekken. Ik zou het ook knetter vervelend vinden als iemand je probeert op te vrolijken. Elk. Dag. Weer. Hij heeft behoefte aan iets anders. En gelukkig is daar Jasper. Want hij heeft een moeder. Was ik maar Jaspers moeder. “Kom maar hier lief kind.” zou ik tegen Jonas zeggen en ik zou hem een knuffel geven. Daarna woel ik kort door zijn haren zodat het wat sprieterig komt te zitten. Hij zou een lach onderdrukken maar we begrijpen elkaar. Ik weet dat ik een groot verschil kan maken in het leven van zo een jongen. Net als Jaspers moeder.
En even over de inval juf. “Wat onrealistisch is dit zeg! of is het irrealistisch? Nou ja... Lekker boeiend.” denk ik nog. En dan denk ik aan mijn bezoekjes op scholen. Ik ben ze weleens tegengekomen. Van die ouwe juffen die al heeeeeeel lang geleden van baan gewisseld zouden moeten zijn. Later komt er nog een flinke schep bovenop. Dan krijg ik helemaal de pestpokken hekel aan dat kreng. Lekker hoor.
Op de cover lees ik nog eens het woord ‘feelgood’ en ik snap waarom het erop staat. Het is vaak heeeeeel blij. Het geeft lezer absoluut een goed gevoel! Vooral lezers die niet mij zijn… Ik kan dat gezellige en blije niet aan joh. Daar ben ik veel te cynisch voor. Gelukkig heb ik Jonas leren kennen. Hij heeft gegeven wat ik nodig heb.
Timur? Heette het boek maar Jonas.