Ik ken ze van Leeuw met Strepen en jij waarschijnlijk ook. Zo. Als dat zo is hebben we iets gemeen en kunnen we met elkaar bonden. Zijn we ietsje meer vrienden. @derebelsevos kennen mij van dit soort soort van recensies. En jij waarschijnlijk ook. Maar waar jij mijn stukjes misschien heel stom vind, zijn Marlene en Lucinda blijkbaar een klein beetje fan. In iedere geval fan genoeg om een quote van mij op hun boek te willen. En dat doet mijn hart goed. In deze barre tijden kan een mens wel wat liefde gebruiken. Nu is het natuurlijk wel te hopen dat ik de liefde terug kan geven. Maar ja… dan moeten ze wel een tof boek hebben geschreven natuurlijk. Weer wordt het uitgegeven door @uitgeverijbillybones dus dat komt waarschijnlijk wel goed. En er staat een trein op de voorkant! Pluspunten, of eerder plusmanen all over the plees! Eigenlijk kan er niks meer misgaan maar je weet het maar nooit. Daarvoor moet ik toch echt gewoon gaan lezen. En precies dat ga ik nu doen. Tot zo.
Het is vroeger. Niet zo heeeeeel vroeger. Een beetje vroeger. Matje, Kee, Puf en Toets zijn op een kermis. Waarom zeg ik niet. Dan gebeurd er iets waardoor ze niets anders kunne. Doen dan vluchten. De koffer uit de titel nemen ze mee. Een bijzondere keus. Maar waar gaan ze heen? Dat moet je zelf maar lezen. Ik ben niet zo van de spoilers.
Bij de eerste pagina’s begin ik meteen te denken of hun lievelingsvak vroeger niet geschiedenis was. Dat denk ik natuurlijk doordat Leeuw met Strepen zich ook vooral niet nu afspeelt en er allemaal kleine wetenswaardigheden in verweven zit. En dat is natuurlijk super slim! Zo kom je wel bij het Jeugdjournaal met je boek! En in dit boek zitten ook weer van die dingetjes. Je moet wel goed opletten hoor. Je schuiven het niet zo BAM je gezicht in. En dat is maar goed ook! Anders word het vervelend en dat moeten we niet hebben.
En dan word ik heel even meegenomen naar wat minder vroeger dan het vroeger van dit verhaal. Naar m’n eigen vroeger. Dat ik in Leiden op de stenen zat op het binnenplein van De Burcht. Ik kijk naar een grote hoge poppenkast iets met Jan Klaassen en een slechterik. En die laatste kreeg elk jaar weer een enorme nek. Precies. Elk jaar weer. Elk jaar wiebelde hij helemaal uit de kast zo het publiek in. Ik heb dit zo vaak gezien en nog steeds heb ik geen idee hoe het verhaal nou ging. Maar goed. Altijd leuk als een boek je even wat nostalgie bezorgd. En gelukkig lees ik dit verhaal 1 keer en kan ik het wél in ene keer onthouden. Er is in de afgelopen jaren veel veranderd.
Ik ga er als een malle doorheen! En dat terwijl ik het vanaf m’n laptop lees. Op het moment van lezen is het boek namelijk nog niet uit. Ik wilde het uit laten printen maar daar had ik geen zin in. Warm enzo. Dus begon ik gewoon. En dat beviel super goed. Een ik heb papier bespaard. Wat een grote jongen ben ik toch ook. Maar het leest echt super lekker. Een dan bedoel ik natuurlijk de woorden die gebruikt worden om een zin te construeren waardoor je dit verhaal krijgt. Het blijft toch fascinerend hoe je met z’n tweeën schrijft en dat helemaal niet merkt. Maar goed. Ik wacht op iets. Er staat namelijk een trein op de cover en nu wil ik die lezen ook!
En dan komt de eerste trein. Een grote groene met rode wielen. Is dit een spoiler? Welnee. Maar meteen wil ik weten welke ze bedoelen. Toevallig weet ik dat de Rebelsevos in @spoorwegmuseum wilden kijken naar treinen uit de tijd van hun verhaal. Helaas waren we in die periode dicht anders had ik ze graag het een en ander willen laten zien. Maar ik ga er dus gemakshalve vanuit dat ze op de website hebben gekeken naar de collectie. En dan komt de echte tisnaas in me naar boven. Want als ze dit dus hebben gedaan is er maar eentje mogelijk. (Nu moet je door blijven lezen. Want wat ik nu ga vertellen klopt van geen kant.) De NRS 107 ofwel de Rhijnboog. Maar dat is toch gek. Want in principe zouden Matje, Kee en Puf die niet zo snel, en al helemaal niet in die tijd, daar waar ze zijn kunnen spotten. Onbedoeld en onwetend waren ze getuigen van een bijzonder moment.
Wacht ff… ik ga even die trein bekijken.
Krijg nou de gloeiende! Dat is waar ook! Ik was te gefixeerd op de rode wielen! De NRS is bruin! De sukkel. Maar mijn verdediging is dat het museum super lang dicht is geweest. Maar stel nou dat ze deze trein wél hadden bedoeld, wat dus niet zo is, dan wil ik je graag vertellen waarom dat zo is. Kom maar naar het Spoorwegmuseum. Deze passage blijkt gewoon nutteloze vulling. Excuus. Door met de soort van recensie.
Leer ik zomaar een nieuw woord! Vermurwen. Nooit van gehoord. Zal ik zeggen wat het is? Of je laten zoeken. Dat laatste. En zo ben ik heerlijk op reis in dit boek. Over het verhaal heb ik nog weinig gezegd. Maar ik kan je vertellen dat je van plek naar plek gaat. En er is een mysterie. En enge mensen. En lieve mensen. En mensen waarvan ik dacht dat ze enge waren maar dat niet blijken te zijn. Of was het nou andersom? Het is gewoon wederom weer een heerlijk boek waarmee je echt een fijne tijd gaat hebben. Maar “Te gek boek maar als je van treinen houdt is deze niet voor jou.” zal niet de quote zijn die de cover gaat halen. Meer treinen is altijd beter. Maar om eerlijk te zijn was het wel een beetje gek geweest als dit boek er vol mee had gestaan. Totaal misplaatst.
Geen paniek. Ik ga bijna afsluiten. Dit bleek een lang verhaal te worden met allemaal afslagen die niet nodig waren. Maar ach. Doe ik gewoon. Ik ben volwassen en niemand zegt mij wat ik wel en niet mag doen hier! En dan nog heel even over de beoordeling. Eigenlijk zijn het vier manen. Maar ja. Ik ben ook maar een mens. Ik ben er ook gevoelig voor als ik word gevraagd voor iets omdat iemand het tof vind wat ik schrijf. Dat is vleiend. Onderschat dat niet. Daar word ik door beïnvloed. En dan kan je dat wel oneerlijk en mij een totaal waardeloze onafhankelijke recensent vinden, maar dan moet je maar ergens anders heen gaan. Ik lees met gevoel. En daar hoort dit ook bij. Lekker puh. En wat ik al eerder zei… Ik ben volwassen en niemand zegt mij wat ik wel en niet mag doen hier!