Laat ik het podcast jaar openen met een classic. Als je dit leest dan vraag je je af waarom ik dit een podcast noem als dat overduidelijk niet zo is. Het zit zo… Er is een andere wereld. Gezelliger, vrolijker en wauwelender dan deze. Een vibe die ik met geen mogelijkheid in duizend woorden aan je duidelijk kan maken. Wat ik je kan zeggen is dat die wereld fijn is. Je hoeft niet eens te lezen. Je hoort hoe de schrijver van dit verhaal het bedoeld heeft. Of niet. Er gaat soms weleens iets fout. En het lijkt soms niet te stoppen. Een oneindige podcast wordt het ook wel in de achterkamertjes genoemd. En vandaar deze eerste keuze. Dus als je nu leest… STOP DAARMEE! Ga lekker luisteren.
Eigenlijk is dit de eerste van het jaar omdat ik het de laatste tijd super vaak heb langs zien komen. In de kerstvakantie heeft blijkbaar half Nederland Het Oneindige Verhaal gelezen. Ik dus ook. Maar ik kreeg het van de kerstman. Of Jezus. Ik weet eigenlijk niet goed wie nou de kadoos onder de boom legt. Ik weet wel dat m’n schoonmoeder het voor me heeft gekocht. En ook nog eens in het engels. Daar vroeg ik om. Niet omdat ik het origineel wilde lezen hoor. Ik weet ook wel dat dat het Duits is, ik wilde het om een andere reden. The Neverending Story, dat is de engelse titel, heeft een film. Die film zit in m’n hart. Hoe dat zo is gekomen weet ik niet, maar ik zal het vroeger vast vaak hebben gezien. Wat ik wel weet is dat het nu nog steeds fantastica vind! Het is traaaaaaaaaag. Zeggen de mensen. Vind ik niet. Maar misschien ook wel. Oké, het is gedateerd maar ik vind het zo fijn. En het zit zo in mijn hoofd. De film is in het engels. Dus daarom wilde ik het ook in het engels lezen. Dat alle namen kloppen zoals in de film. Daar heb ik zin in. Ik ga lezen. Tot zo.
Bastian Baltazar Bux is de man. jongetje. Dat is een betere benaming. Dit jongetje belandt in een boekenwinkel en jat The Neverending Storie zomaar mee. Die gaat Bastian lekker lezen. Daar is tie dan. In Fantastica. Huh? Fantasia moet het zijn. En daar is de held Atreyu. En dan verstrengelen realiteit en fictie zich wel heel erg in elkaar…
Fantastica! Wat is dat nou weer?! Jahoor… Ik maar denken dat de engelse versie precies zoals de film is. Wel nee. Fantastica klinkt toch niet? Ik ga het hele boek gewoon fantasia zeggen. Hm. Zo. Lekker puh. Net zoals ik tijdens het Nederlands lezen Foechoer gewoon Falkor noem. Eigelijk veranderd er dus niks. Alhoewel. Falkor is Falkor. Pfffiew. Maar goed… Het is eerste kerstdag en ik begin gelijk met lezen. Het heeft ook wel iets kerstgis. Ik snap heel goed waarom al die mensen, incluis mezelf, dit nu lezen. En op dit moment is de vertaling helemaal niet verkeerd. Ik zie de beelden van de film aan me voorbij schieten en ik krijg meteen zin om het boek uit het raam te smijten en de film aan te zetten. Maar dat gaat niet. Ik zit in Duitsland bij mijn schoonouders. Ik zal echt moeten wachten. Thuis heb ik de film op blu-ray. Toen ik dat voor het eerst zag. Mind was blown. Zo scherp had ik het nog nooit gezien. Aanrader dus. Maar het boek dus. Ik gooi het niet uit het raam. Tuurlijk niet! Het is een kado! Eentje waar ik zelf om heb gevraagd. Dat zijn overigens de beste. Geen troep waar je niet om hebt gevraagd. Love it. Ik weet dat als ik op de helft ben er iets gaat veranderen. Ik moet nog even genieten…
Zoals je misschien wel weet is de eerste helft van het boek de film. En anders weet je dat nu. Door die eerste helft ga ik als een trein. Ik rijd mee op Artax, NOOOOOOO ARTAAAAAAAAAX! Waarom nu al?! Dat was sneller dan ik dacht. Ik rijd niet meer mee op Artax maar vlieg nu met Falkor naar de uiteinde van fantastica, nee fantasia. Ik luister naar het gekibbel van Engywook en Urgl en zie ik in de verte de borsten van de Sphinxen lonken. Ik weet wat me te doen staat en dan wordt het grimmig. En dat terwijl ik net de boel heb gered. Ofzo. Er is iets veranderd. Ik ben niet meer de held. Of toch wel. Jawel, ik ben het nog steeds. De held. En dat weet ik ook. Ik voel de arrogantie door mijn lijf stromen. Ik voel het copingmechanisme aan alle kanten tegen me aan drukken. Ik kan mezelf helemaal verliezen en alles vergeten. Zo. Waar was ik?
Ik zeg net wel dat ik mezelf helemaal aan het verliezen was hè. Maar dat was niet echt zo. Tenminste… half. In het tweede deel zaten nog best wat hoofdstukken waar ik mezelf doorheen heb moeten ploeteren. Op de een of andere manier voelt het niet zo relevant? Of is het omdat ik het niet zo goed ken als de eerste helft. Wat ik wel weet is dat ik de vorm te gek vind! Het andere sfeertje. Het beleven vanuit andere ogen. En langzaam, echt langzaam kruip ik naar het einde. Ik kom aan bij hoofdstuk XXII, ofwel V, en zit er weer in. Ik neem een eindsprint en het is uit. Het is eindig en dat is goed.