Het boek staart me al veel te lang aan en ik word er alleen maar geïrriteerd van als die dat doet. Dus ik vraag aan Melis ‘Zal ik het doen?’ in de hoop dat ze iets zegt zodat ik aan iets anders mag beginnen… Maar ze antwoord ‘Ja joh, dan ben je er vanaf!’ Daar heeft ze dan weer gelijk in. Je merkt dat ik echt lees voor m’n plezier. Een echte hobbyist. Maar stiekem wil ik deze gewoon lezen voor m’n professionaliteit. Dat is ook nog niet eens waar trouwens. Ik wil gewoon weten waar ik het over heb als ik ga zitten zeuren op een der boeken van Tonke. En helemaal als het gaat om de blijkbaar klassieker der klassiekers.
Over het algemeen weet de mensheid wel hoe hard ik er tegenop zie dus toen ik het in de instastories zetten stroomde de steunbetuigingen binnen. “Dappper!” en “You got this!” geven mij de kracht die ik nodig heb. “Let’s get over it…” en “Tonke lees ik niet voor m’n plezier…” zijn nog wel steeds leuzen die m’n strot verlaten maar ik ga het echt doen. Geen gezeur meer. Gewoon zitten en gaan. Dat ga ik nu doe. Ik ga lezen. Tot zo.
Tiuri is nog net geen echte ridder. Maar het is bijna zover. Na al die jaren hard werken. En dan krijgt hij een brief. Die brief is dus voor de koning. Maar dat had je vast al door. De titel heeft wat dat betreft geen mysterie in zich. De inhoud van de brief daarentegen wel. De brief moet ook niet naar de koning van Tiuri. Welnee. Naar een andere koning. En het is heel belangrijk. Dus hup! Let’s get it over with!
Ik begin op een der eerste bladzijdes als er meer dan een geweest zou zijn. De eerste bladzijde. Daar begin ik. Al snel kom ik erachter dat het een pittige strijd gaat worden. Zou het komen doordat ik een zwaar vooroordeel heb? Als de laatste zin van elk hoofdstuk gelezen is pak ik m’n telefoon er weer bij om even te loeren in het niets. Na vijf hoofdstukken ben ik nog steeds niet echt involved en daarom opende ik de notities-app en typ ik maar datgene dat er gebeurde de afgelopen hoofdstukken. Zo kan ik natuurlijk niet verder. Op deze manier wordt het helemaal niks en heb ik het over 6 weken nog niet uit. Dus ik neem een besluit. Een besluit dat ervoor gaat zorgen dat het vanavond uit is gelezen. Een besluit dat ervoor zou zorgen dat ik te weten ga komen wat er precies in die brief staat. Want daar ben ik ontzettend benieuwd naar. Waarom zou dit boek anders zo geprezen worden? Er staat iets geniaals in en ik ga erachter komen. Vanaf nu kan niets me meer ervan weerhouden te stoppen met lezen. Vanaf nu ben ik Ridder Sebastianus. Een dappere krijger die vecht als zijn leven er vanaf hangt. Niet zoals Sebastiaan. En al helemaal niet als die slapjanus van een dé sebastiaan. Ridder Sebastianus geeft niet op als het leven even tegen zit. Als de bladzijdes je kwellen met hun woorden. Welnee. Hij gaat door tot het bittere eind. En wens hem succes. Ridder Sebastianus zal het nodig gaan hebben.
Een nieuw tijdperk breekt aan als de zon langzaam haar gloed laat zien aan de horizon. Vandaag is de dag dat Ridder Sebastianus begint aan zijn queeste. Hij heeft goed geslapen, is strijdbaar en heeft een bakkie van de sterkste toverdrank gezet. Die zo zwart als de nacht is dat hij niet in slaap zal sukkelen (de ironie) als hij op zijn trouwe ros, genaamd Bankie, onder zijn magisch dekentje zijn moeilijkste queeste ooit tot een goed einde zal moeten brengen. Het is tijd. En dat weet Ridder Sebastianus ook. Het boek moet open of hij nou zin heeft of niet.
Na een paar bladzijmeters begint onze held zich comfortabel te voelen in zijn rol. Hij weet immers wat hem te doen staat. Dit gaat niet om plezier hebben. Nee. Dit is grootser. Daarom gaat hij er maar gewoon doorheen. Bladzijmeter na bladzijmeter komt hij dichter en dichter bij de conclusie. Zijn toverdrank is soms niet sterk genoeg om de heftige krachten der saaiheid van het boek te weerstaan. Onze held is in staat tot grootse heldendaden maar soms wordt het ook hem teveel. Dan komen er ineens verleidingen waar hij niet tegenop kan. Hij komt erachter dat daaraan toegeven niet erg is. Dat je soms moet kunnen genieten tijdens iets wat echt belangrijk is. En dat is wat hij moet beseffen. Welnee! Deze taak vervullen is belangrijk. Dus hij zet een nieuwe bak van dat inktzwarte spul en betreed zijn ros. Maar voordat hij daaraan toekomt ontneemt het boek zijn zicht en valt onze ridder in slaap…
Het is pikdonker als Ridder Sebastianus wakker wordt. Hartkloppingen en trillingen voelt hij door zijn hele lijf. Met het zweet druipend uit al zijn poriën ligt hij voor pampus. Hij kan niet in een keer door. Het boek is te zwaar voor hem om in een keer naar de koning te dragen. En neem maar van mij aan dat niemand dat kan als zelfs Ridder Sebastianus dat niet kan. Hij zal het moeten accepteren en moeten slapen en de volgende dag minder van die zwarte drap moeten zuipen. Dan zullen ook de hartkloppingen en het zweten afnemen. Dar zou hij pas later achterkomen. Dus midden in de nacht zet hij nog een bakkie maar is zo moe dat hij de nacht afmaakt met zijn ogen dicht aan de keukentafel. Met een dampend bakkie naast hem.
De zon staat al hoog aan de hemel als Ridder Sebastianus ontwaakt. Meteen schiet de paniek in zijn lijf. Hij moet meteen beginnen. Hij slurpt in een keer het kouwe bakkie pleur naar binnen want er is geen tijd voor geneuzel. De bladzijmeters gaan stuk voor stuk aan hem voorbij en hij irriteert zich mateloos aan al die ridders die voorbij komen. Rode ridder zus en witte ridder zo. Hij wist niet dat het woord “ridder” hem zoveel zou doen. Zoveel zelfs dat hij een hekel begin te krijgen aan het feit dat hij zelf een ridder is. Maar met nog een kwart te gaan neemt het af. En voelt onze ridder zich weer een ridder. Een trots man. Op het randje heeft hij gestaan. Want na avontuur na avontuur na avontuur begint hij zich toch wel af te vragen waarvoor hij dit nou eigenlijk doet? Voor wie? Waarom is deze queeste eigenlijk zo belangrijk? En waarom zijn het alleen maar kleine avontuurtjes die hij beleeft? Waar blijft het grotere plaatje? Hij wilt dat het ergens naartoe gaat! Hij had gehoopt dat er gepuzzeld zou kunnen worden! Dat hij er zelf achter zou kunnen komen wat er in die godvergeten brief staat! Maar nee. Er dient zich weer een klein avontuur aan. En weer neemt het boek het bewustzijn van Ridder Sebastianus. Een nacht vol droomloze momenten volgde. Het was de traagste en saaiste nacht die onze man in tijden, of misschien wel van zijn hele leven, had beleefd.
Voor de zoveelste keer komt de zon op. De tijd dringt. Vandaag moet de queeste voltooid worden. Het laatste dat ik wil is jou vetellen dat de held van dit verhaal het niet overleefd. En daar gaat hij weer. Hij weet dat het vandaag moet gebeuren. Nog steeds ervaart onze man in kwestie geen plezier. Het is er gewoon straf doorheen gaan. Dat hij op de vraag “Wat vond jij nou van De Brief voor de Koning van Tonke Dragt?” een uitgebreid en gedegen antwoord kan geven. Maar waarschijnlijk zou hij diegene gewoon een linkje geven naar dit verhaal. Want jaren later zou hij erachter komen dat deze queeste hem een behoorlijk trauma heeft bezorgd. En wel hierom…
‘Straks weet ik wat er in die brief staat en komt alles bij elkaar. Dan blijk ik dit boek geniaal te vinden en wil ik het nog eens lezen. En nog eens en nog eens. Daarna lees ik het voor aan jonkvrouw Melis en aan onze eventuele kinderen omdat het in deze riddertijd nog heel normaal is, en van je word verwacht om kinderen te krijgen.’ Vertelt Ridder Sebastianus keer op keer op keer aan zichzelf. Als hij het zelf gelooft moet het toch wel waar zijn. Dat bleek dus niet zo te zijn. Het heeft hem een flinke knauw gegeven.
“De reis is belangrijker dan de bestemming” zeggen ze weleens. Of iets als “het proces is belangrijker dan de uitkomst” Maar dat kan alleen als er ook een uitkomst is. Ook dat heeft hem een flinke klap bezorgd. Vooral omdat de laatste bladzijmeters hem niet hebben gegeven waarop hij zo vurig had gehoopt. En als hij het boek dichtklapt is onze Ridder Sebastianus, waar we zo ontzettend van zijn gaan houden, niet meer de man wie hij ooit was. Hij is teleurgesteld, maar ook trots. Teleurgesteld omdat het bevestigde wat hij al dacht maar trots dat het bevestigde dat hij al dacht.
Maar dan de grootste klap van alles. Een drietal woorden die hij op de achterflap leest. Griffel der griffels… En dat heeft hem de das omgedaan. Vanaf dat moment besloot Ridder Sebastianus zijn zwaard niet meer een der handen te nemen. Neen. ‘De Brief voor de Koning’ was officieel zijn laatste Tonke Dragt avontuur. Ridder Sebastianus weer vanaf toen gewoon de sebastiaan. Want er is maar 1 sebastiaan en dat ben ik.