Het is weer een tijd voor “de klup der elite van de literatuur van het jonge mens” (en meteen is dit super ongelukkig gekozen met m’n witte smoelwerk) om een boek te gaan lezen. @jufannesophie en ik Amari hebben gekozen om samen te lezen. Zij in het NL ik in het ENG. Verschil moet er wezen. En aangezien we dit in onze tijdlijnen continu voorbij zien komen als helemaal awesome kunnen wij niet achterblijven. Als je geen zin hebt in mijn verhaal kun je ook gewoon direct naar @jufannesophie doorklikken hoor. Ik ga lezen. Tot zo.
De broer van Amari is verdwenen. Zij voelt aan alles dat hij niet dood is maar heeft geen idee waarop dat gebaseerd is. En dan neemt haar leven een bizarre wending. Ze komt in een magische wereld terecht. Nou ja… ook weer niet echt… En dan blijkt ze iemand te zijn die bij voorbaat al benadeeld wordt. Niet om wat ze doet, maar om wie ze is. Amari is trouwens een zwart meisje.
Oke. Dit vind ik ingewikkeld. En dat ik dit ingewikkeld vind is in weze al een privilege. Want je hebt mijn manen gezien hierboven. Dat is gebaseerd op meer dan alleen het verhaal. Want als ik alleen het verhaal zou beoordelen komt er een andere score. Daar later meer over. Want het raakt me als ik de laatste pagina omsla en de ‘Authors note’ lees. Zijn struggle. Dat hij het idee had dat niemand dit zou willen lezen of zou willen publiceren omdat ze er zo uit ziet als hij. Zwart. Dat hij eerst een wit personage bedacht precies daarom. Daar hoef ik met mijn witte geprivilegieerde hoofd niet over na te denken. En de zwarte community is zwaar ondervertegenwoordigd in de literatuur. Daar zeg ik niets nieuws. Ik ben verwend. Dat is wat @vlogmeisjegalore treffend tegen me zei. Ik als wit persoon ben opgegroeid met boeken. Ik heb altijd de mogelijkheid gehad om te lezen. Toegang tot van alles en nog wat. En deze groep niet. Dat is anders. Wat voor mij normaal is is voor hen absoluut niet normaal. Ik kan me nooit echt voorstellen hoe het voelt om anders behandeld te worden puur en alleen doordat ik een andere huidskleur heb. Maar in Amari wordt dat wel mooi geïllustreerd door haar iets te geven wat voor ons allen, een soort van, voor te stellen is. Dit soort verhalen moeten er meer zijn. Absoluut. En Alston is wat dat betreft een pionier. Het is een boek waar menig mens en vooral kinderen heel erg gelukkig van gaan worden. Maar zoals Kirsten al zei… ik ben verwend.
Nu ga ik het dus hebben over het verhaal. De inhoud. Al de vergelijkingen die gemaakt kunnen worden. En dat doe ik ook. Want ik heb een probleem. Als een boek zo wordt geprezen dan moet het wel echt goed zijn. Dan pak ik iets uit m’n lade. Het is een vergrootglas. Daarmee ga ik lezen. Dan zie ik veel meer en let ik op alles. Dat is niet altijd even fijn omdat ik vooral de dingen vergroot die lijken op andere verhalen. En dat vind ik dus ingewikkeld. Doordat dit boek wel degelijk belangrijk is. Maar aan de andere kant… wie ben ik nou. Ik weet dat ik op dat gebied nog veel kan leren en ik probeer die inzichten ook te krijgen. Maar ik kom gewoon niet langs die barricade van boeken die hierop lijken. Die ik beter vind. Een stuk beter.
Na hoofdstuk 1 ga ik er helemaal voor. En daarna zit ik er heulemoal in. Ik ga dit boek omarmen! Dat is hoe ik de eerste hoofdstukken lees. Het gaat keihard. Hoppa! In de muziek zeggen we weleens “Don’t bore us, get to the chorus!” en dat is dit boek. Geen langdradige opbouw naar het eigenlijke verhaal toe. Welnee. Maar daar zit dan ook gelijk het pijnpunt voor me. Dat stopt niet. Alles gaat snel. En dan zit, of eerder lig, ik te lezen. Want ik lig meestal een beetje. En dan heb ik soms wel een beetje het gevoel alsof ik iets lees wat ik al eens eerder heb gelezen. Maar ik lees gewoon verder!
Oké... even eerlijk. Ik ben nu op het punt dat ik het toch wel een beetje irritant vind dat het zo lijkt op Nevermoor. Maar ja... toen ik deel 1 daarvan las had ik hetzelfde in vergelijking met HP. Maar precies hetgeen wat ik zo te gek vind aan Nevermoor, waar ik de kriebels van krijg, waardoor ik er word ingezogen, waardoor ik zo hou van de villain, wordt hier dunnetjes overgedaan. Maar dan wat minder verfijnt en geraffineerd. Dat is niet erg natuurlijk. Inspiratie moet ergens vandaan komen. Maar daardoor komt het op mij wel wat minder sterk over. En ik geloof het soms niet helemaal. Dat komt door het vergelijken. De sukkel die ik ben. In Nevermoor wordt veel meer aandacht besteed aan de belevingswereld van Morrigan. Haar struggle komt daardoor veel meer naar voren. Bij Amari ligt het er allemaal iets dikker bovenop en gebeuren de dingen sneller. Waar door een zin als “for as much trouble as it’s caused me” niet echt op me overkomt. Ik snap het natuurlijk wel. En het klopt ook wel. Maar het gevoel mist bij mij. De diepte mis ik die ik elders wel krijg.
Ik zie de maatschappelijke relevantie absoluut en daarom krijgt dit boek een extra maan. Terwijl ik dat zeg moet ik bijna van mezelf kotsen. Komt er weer zo’n witte guy die dit zo lekker gaat zitten te beoordelen. Maar goed. Iemand moet pionier zijn en hopelijk zet Amari meer niet witte mensen aan tot schrijven. Want van het lezen van andere perspectieven worden wij allen een beter mens.